Opinie: AOW-gat en de verklaring van de regering Rutte
| dagblad suriname | Door: Redactie
Inleiding
In de Nederlandse media is op 28 april een bericht verschenen, dat een eenmalige uitkering aan de Surinaamse Nederlandse ouderen met een AOW-gat zal worden gegeven. Twee verschillende bedragen werden genoemd te weten € 5.000, respectievelijk € 4.000.
Voorjaarsnota
De Nederlandse regering heeft op 28 april 2023 een uitgebreide voorjaarsnota van 232 pagina’s verstuurd naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Deze voorjaarsnota kunt u downloaden van het internet.
De voorjaarsnota heb ik doorgenomen en kwam het volgende tegen:
Quote
Pagina 22
Gebaar van erkenning ouderen van Surinaamse herkomst
In het Coalitieakkoord is afgesproken het advies van de commissie Sylvester en de voorlichting van de Raad van State
Op pagina 169 kunt u lezen, dat het bedrag ad 122,1 miljoen euro is opgenomen voor het jaar 2024.
Verder staat er niets geschreven, dat de Surinaamse Nederlandse ouderen een bedrag zullen krijgen. De Nederlandse regering is nog met de verkenning bezig. Dus beste mensen, er is nog geen besluit genomen.
Surinaamse Nederlanders met een AOW-uitkering
In Nederland wijzen de Surinaamse Nederlandse ouderen al tientallen jaren de
Op 15 december 1954 werd Suriname via het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden een onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Nederland was en bleef de baas. Suriname had ook weinig te vertellen en was afhankelijk van Nederland. Alle inwoners van Suriname waren Nederlanders. De Nederlandse regering had het dan over Rijksgenoten ( inwoners uit Suriname en de Nederlandse Antillen). Het Statuut ging op papier uit van gelijkwaardigheid. In de praktijk was er geen sprake van gelijkwaardigheid. De Nederlanders bleven hun macht gebruiken. Suriname had weinig te vertellen en bleef afhankelijk van Nederland.
In 1957 heeft Nederland de AOW-wet ingevoerd voor de inwoners van het Rijk. Het woord “Rijk” hebben de burgers van Suriname geïnterpreteerd als het Koninkrijk der Nederlanden. De inwoners van Suriname kwamen pas na de onafhankelijkheid van Suriname erachter, dat zij geen recht hebben op de AOW. De Nederlandse regering kwam in 1990 met de wijziging in de AOW-wet van het woord “Rijk” in “Nederland”.
De Surinaamse Nederlanders, die zich vóór 1975 in Nederland hebben gevestigd, zijn ook niet in Nederland door de Nederlandse regering geïnformeerd over hun AOW-gat.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie, dat Nederland de inwoners van Suriname, die Nederlanders waren in het Koninkrijk der Nederlanden, op een vervelende wijze buiten de AOW heeft gehouden. Nederland had in 1957 – mede dankzij de rijkdommen uit Suriname – een vermogen opgebouwd en was daardoor in staat de AOW in te voeren. Het zou Nederland hebben gesierd, indien Nederland de AOW had ingevoerd voor alle Nederlanders binnen het Koninkrijk der Nederlanden. In 1957 had Nederland ca 11 miljoen inwoners en Suriname ca 260.000 inwoners. Het opnemen van de Surinaamse Nederlanders ( zowel in Nederland als in Suriname) van 1957 tot 1975 in de AOW-wet was meer dan gerechtvaardigd. De inwoners van Suriname waren namelijk tot 25 november 1975 Nederlanders. Zij zaten in het Koninkrijk der Nederlanden.
Nederland heeft in 1957 de inwoners van Suriname ( 260.000) op een slinkse wijze niet in het AOW-fonds opgenomen. Elf miljoen personen woonden 1957 in Nederland. Anno nu wonen er meer dan 17.5 miljoen personen in Nederland. En het aantal inwoners wordt elk jaar meer. Nederland heeft zich niet als een goede huisvader gedragen, waardoor vele Surinaamse Nederlanders met een AOW-gat zitten en vele personen in Suriname (geboren in het Koninkrijk der Nederlanden en conform de wet tot 25 november 1975 Surinaamse Nederlanders) onder de armoedegrens leven.
Hoe nu verder
De Surinaamse Nederlanders moeten mijns inziens, eventueel via hun organisaties, hun stem laten horen. In Suriname moeten de Surinaamse Nederlanders ( de personen geboren in het Koninkrijk de Nederlanden) ook via hun organisaties hun stem laten horen.
De voorlichting van de Raad van State zegt, dat er geen juridische grondslag is om tot reparatie over te gaan. Ik ben van mening, dat er wel een juridische grondslag is.
Dennis Lapar
Directeur van Stichting FinanceSuriname
| dagblad suriname | Door: Redactie