
In memoriam: Dilip Sardjoe (1949-2023)
| de ware tijd | Door: Redactie
Met het overlijden van Dilip Sardjoe is een markante en zeer gewiekste zakenman heengegaan. Hij stierf zondag na een ziekbed in een ziekenhuis in Nederland. De succesvolle ondernemer, die ook in de politieke-, voetbal- en basketbalwereld actief was, wordt door veel mensen geroemd. Maar hij was desondanks zeker niet onomstreden.
Tekst Armand Snijders
Beeld dWT archief
Zakelijk was Sardjoe het meest bekend van Rudisa Holdingmaatschappij, die aan de afkortingen van zijn volledige namen (Rudi Dilipkoemar Sardjoe) de naam te danken heeft. Rudisa richtte hij op in 1975 en in de jaren die volgden is het uitgegroeid tot wat het nu is: een internationale
handelsonderneming die in Suriname niet meer weg te denken is.Met zo’n duizend werknemers is ze één van de grote werkgevers van het land. In 2019 bestond het Rudisa-concern volgens zijn dochter Warsha Torilal-Sardjoe uit 29 bedrijven in zes landen, met een waarde van zeker een half miljard US dollar, zei ze destijds in een interview.
Ooit begonnen als vooral importeur, werd Rudisa later met name producent van onder meer soft, mineraalwater, sappen en sinds kort broodproducten. Maar ook in hout en cement is Rudisa thuis en het bedrijf zit in de autohandel. Verder was Sardjoe de man achter verzekeringsmaatschappij Parsasco en oprichter en eigenaar van een mediaconcern, waar radio- en televisiestation SCCN en dagblad Times of Suriname deel van uitmaken.
Genadeloos en berekenend
Vrijwel iedereen die bij één van de bedrijven van Sardjoe werkt, spreekt met respect en ontzag over hem. Hij was een zakenman pur sang met wie je geen grappen moest maken. Volgens sommigen was hij genadeloos en berekenend.
Het was van Sardjoe bekend dat hij je bijvoorbeeld niet moest aantreffen met een flesje Coca-Cola binnen de muren van zijn bedrijven. Want dan zwaaide er wat! Alleen zijn eigen geproduceerde RC Cola was goed genoeg, zo vond hij.
Maar aan de andere kant zorgde hij goed voor zijn personeel. Hij betaalde bovengemiddeld en iedereen kreeg voorheen elke maand een zak rijst en in december als kerstbonus bijvoorbeeld een wasmachine of televisie. Dus wat dat betreft was er weinig reden tot klagen.
Eén van de eerste keren dat zijn naam negatief in het nieuws kwam, was halverwege 1993, toen hij en anderen ervan werden verdacht minstens negen miljoen Nederlandse guldens te hebben verdiend in de zogeheten Begro Insulaire-affaire. Er waren door Nederlandse bedrijven op grove schaal forse bedragen betaald aan onder anderen Sardjoe (in zijn hoedanigheid van penningmeester van de VHP) om de opdracht van levering van 36 miljoen gulden aan levensmiddelen voor de zogeheten sociale pakketten binnen te slepen.
BVD
In tegenstelling tot wat bijna gebruikelijk is in de huidige politieke cultuur , waarin vrijwel iedereen die een scheve schaats rijdt de hand boven het hoofd wordt gehouden, kostte de affaire de belangrijkste hoofdrolspelers de kop: Arti Jessurun, ondervoorzitter van de regerende NPS, werd door toenmalig president en partijvoorzitter Ronald Venetiaan de laan uitgestuurd en Dilip Sardjoe moest van Jagernath Lachmon opstappen als bestuurslid van de VHP.
Maar enkele jaren later zou Sardjoe zijn gram halen: na de verkiezingen van 1996 richtte hij de Basispartij voor Vernieuwing en Democratie (BVD) op en hielp met behulp van vijf overgelopen (en naar verluidt door hem ‘gekochte’) VHP’ers de NDP voor de eerste keer aan de macht, waardoor Jules Wijdenbosch president kon worden. Sardjoe eiste geen hoofdrol op, maar achter de schermen trok hij wel aan de touwtjes.
(lees verder onder de foto)
Bombrief
Een dieptepunt in zijn leven was de bombrief die in april 1997 bij hem thuis werd bezorgd, waardoor zijn vrouw, die deze opende, ernstige verwondingen opliep aan haar hand. De dader, een universiteitsstudent, werd later veroordeeld tot zeven jaar cel. Wie zijn opdrachtgever was en wat het motief was, is nooit aan het licht gekomen. Maar volgens Marijke Djwalapersad, die destijds parlementsvoorzitter namens de BVD was, zou de aanslag vanuit de VHP komen als wraak voor het verraad van haar en haar partijgenoten.
De deelname aan de regering was geen onverdeeld succes: er ontstonden scheurtjes in de BVD en ook bij de NDP rolde men ruziënd over straat. Tijdens de volksprotesten in 1999, die uiteindelijk Wijdenbosch dwongen vervroegde verkiezingen uit te schrijven, werd één van de kantoorgebouwen van Sardjoe aan de toenmalige Gravenstraat door een woedende menigte bekogeld.
De inmiddels overleden Atta Mungra, die in die periode namens de BVD enige tijd minister van Financiën was, beweerde dat Sardjoe hem in die tijd om steun had gevraagd om een vergunning voor zijn Suriname Power Generating Company in de wacht te slepen, waarvoor hij een bedrag van één miljoen dollar als ‘commissie’ zou ontvangen. Mungra sprak van “schaamteloze en georganiseerde corruptie”.
Steekpenningen Ballast Nedam
Sardjoe was ook president-commissaris van de Surinaamse tak van Ballast Nedam, die in de Wijdenbosch-tijd de bruggen over de Suriname- en Coppenamerivier bouwde. Naar later bleek had de Nederlandse onderneming voor meer dan 32 miljoen Nederlandse gulden aan steekpenningen aan Surinaamse politici betaald, die grotendeels op Zwitserse bankrekeningen was gestort. Wie daar van hadden geprofiteerd en of Sardjoe daar ook bij zat, zal wel voor altijd onduidelijk blijven.
Ondanks de politieke kater bleef Sardjoe de politiek steunen: nadat de BVD in elkaar was gestort, keerde hij terug naar de VHP om de oranje partij in te ruilen voor de NDP. Want hij besefte als geen ander dat je de politiek nodig hebt om te kunnen groeien. Maar hoe groter Rudisa werd, hoe meer verhalen de ronde deden dat Sardjoe dat kon bereiken door politici om te kopen.
‘Wilde verhalen’
Zo doen er tientallen verhalen de ronde over dubieuze praktijken waarbij hij betrokken zou zijn. Maar aangezien er nooit strafrechtelijke onderzoeken zijn uitgevoerd, zullen deze altijd als ‘wilde verhalen’ worden bestempeld.
Ondertussen staat Rudisa als een niet weg te denken huis in de Surinaamse samenleving. Vandaag de dag is er geen huishouden zonder een product van de onderneming. Is het niet in de badkamer dan wel in de keuken of anders in de slaapkamer.
Er wordt ook weleens gezegd dat Sardjoe ‘markten kapotmaakt’. Maar hij zag dat anders, zo zei hij in een interview met Iwan Brave, dat hij in 2012 voor United had. “Ik heb monopolies gebroken. Daarbij heb ik niet iedereen tot vriend gemaakt, maar wel de grootste groep; de bevolking profiteert namelijk ervan. Het voelde goed om gedaan te hebben wat anderen niet konden doen.”
Vlag voor ons land
Sardjoe zal ongetwijfeld hebben gewild dat hij na zijn dood wordt beschouwd als een ondernemer die het aandurfde om vooral risico’s te nemen. “Ik denk dat ik een vlag ben voor ons land. Wij zijn één van de weinige companies die merken hebben geproduceerd. Als onderneming hebben we Suriname geen kwaad gedaan, maar goed. Ik heb mijn geld niet met gierigheid vergaard”, zei hij in datzelfde interview.
Dat Sardjoe niet gierig was, bleek wel uit het feit dat hij graag terug gaf aan de gemeenschap. Het was vele jaren traditie dat hij in december zijn huis en de omgeving opzichtig liet versieren met kerstverlichting. Dat leidde in de avonduren vaak tot lange files van mensen die kwamen kijken. Een andere traditie was dat hij rond Kinderdag voorbijgangers trakteerde op onder meer soft en sap. Uiteraard van zijn eigen fabrieken. De laatste jaren kwam daar de klad in door de coronapandemie. En afgelopen december ging het vanwege zijn ziekte niet door. Zijn vlag is inmiddels gestreken, maar zijn imperium zal door zijn dochter worden voortgezet.
| de ware tijd | Door: Redactie