
ANALYSE — Babbelen, bedelen en bidden brengen Suriname niet vooruit
| de ware tijd | Door: Redactie
President Chandrikapersad Santokhi heeft weer een opzichtige bedeltour naar de Verenigde Staten achter de rug, waarbij hij bij collega-staatshoofden en financiële instanties bijna smeekte om steun om de rotzooi in het land op te lossen. Kennelijk heeft hij aan die reis geen goed gevoel overgehouden, dus greep hij in het weekend de gelegenheid aan om zich tijdens de driedaagse gebedscampagne te richten tot God om het land de voorspoed te brengen die Santokhi het volk al lang heeft beloofd. Maar al dat bedelen en bidden, met tussendoor heel veel zinloos babbelen en beloven, zal het land niets opleveren.
Tekst Armand Snijders
Beeld
Kabinet van de president/CDSLaten we er voor het gemak even van uit gaan dat Santokhi bij zijn aantreden in 2020 het beste voor had met Suriname en de Surinamers. En dat hij echt geloofde dat hij iedereen een betere toekomst kon geven en er vooral voor kon zorgen dat burgers zonder problemen in de basisbehoeften zouden kunnen voorzien.
Maar ook hij heeft tot nu toe in de ogen van heel veel Surinamers hopeloos gefaald. De samenleving is er, ondanks het gebabbel en de mooie beloftes, de afgelopen twee jaar fors op achteruitgegaan. En het ziet er niet naar uit dat daar binnenkort verandering in komt.
“Santokhi moet inmiddels wel door hebben dat de wereld niet op Suriname zit te wachten en zijn standaardverhaal dat het een carbonnegatief land is met een fantastische olietoekomst geen indruk (meer) maakt”
De propagandamachine van de regering wil iedereen wel doen geloven dat er binnenkort echt betere tijden zullen aanbreken, maar na alle schandalen die opzichtig in de doofpot zijn gestopt en het doorlopende geruzie binnen de coalitie, hebben nog maar weinigen daar vertrouwen in. De integriteit is ook bij deze regering heel ver te zoeken.
En in plaats van zich te concentreren op de zich opstapelende berg problemen in eigen huis, reist Santokhi veelvuldig naar allerlei plekken in de wereld om te proberen wat geld bij elkaar te bedelen. Maar in plaats van dat die reizen aantoonbaar wat opleveren, kosten ze de lege staatskas juist veel geld.
World Expo 2020
Een treffend voorbeeld van zinloze activiteiten en aanverwante uitgaven, is de deelname van Suriname aan de World Expo 2020 in Dubai, die vorig jaar werd gehouden. Eigenlijk vindt niemand in Suriname de deelname op zich overbodig, het was vooral de wijze waarop mensen werden afgevaardigd om het land te vertegenwoordigen. Maar boven alles was de delegatie die in november met president Santokhi meereisde naar het emiraat absurd groot: ministers, first lady Mellisa en heel veel familieleden werden daar op kosten van de Surinaamse belastingbetaler schaamteloos in de watten gelegd. Zelfs de Surinaamse ambassadeur in Nederland, Rajendre Khargi, was vanuit Schiphol meegevlogen en profiteerde van alle luxe mee.
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) deed aan het einde van zijn verblijf in Dubai zijn uiterste best om, met zijn partijgenoot en toenmalig directeur van de Communicatiedienst Suriname Alven Roosveld aan zijn zij, Surinamers ervan te overtuigen dat het allemaal zeker geen weggegooid geld was. Hoeveel het uiteindelijk heeft gekost, is ondanks herhaalde verzoeken, nooit bekendgemaakt. Alleen de deelname aan de beurs kostte Suriname een gereduceerd tarief van 900.000 US dollar. Maar wat de aankleding van het geheel en alle reisjes van ‘notabelen’, familieleden en anderen heeft gekost, wordt angstvallig geheim gehouden.
Samenwerkingsovereenkomsten
Ramdin babbelde er tijdens een persconferentie ter plekke lustig op los over de vruchten die Suriname zou kunnen plukken naar aanleiding van de aanwezigheid in Dubai, waarvan vele politici hopen dat Suriname ook zo wordt. De regering wilde vijf tot zes samenwerkingsovereenkomsten tekenen met de Verenigde Arabische Emiraten, waar Dubai onderdeel van is, zo zei Ramdin. Het ging om onder meer visumafschaffing en het voorkomen van het betalen van dubbele belasting. Of die overeenkomsten ooit nog zijn gesloten, is onbekend. Maar het zijn in ieder geval geen zaken waar de meeste Surinamers veel baat bij hebben.
Santokhi nodigde tijdens een zakelijke bijeenkomst van CEO Clubs Netwerk het bedrijfsleven van Dubai uit om te investeren in de aanleg van wegen, bruggen, huizen, kustbases en containerhavens. Dat klinkt veel te algemeen, zeker als er geen concrete plannen klaar liggen. Investeerders zullen pas voorzichtige interesse tonen als het één en ander uitgewerkt op papier staat, en dat heeft Suriname niet.
Waterexport
Suriname was ook bereid grond beschikbaar te stellen voor het verbouwen van voedsel voor de emiraten om voedselzekerheid te geven. Dat heeft Suriname ook aan andere landen beloofd, maar er is nog niets van de grond gekomen. En toen Santokhi out of the blue verzekerde op grote schaal drinkwater te kunnen exporteren naar het gortdroge Dubai, stond eigenlijk al vast dat ook dit een slecht doordacht plan was.
Want Suriname heeft weliswaar fantastisch drinkwater in overvloed, maar nog altijd is niet bedacht hoe dat op een rendabele manier kan worden geëxporteerd. Er wordt wel al tientallen jaren over gesproken en er zijn volop rapporten over geschreven. Dat heeft allemaal niets opgeleverd. Dus er gaat zeker op de korte termijn nog geen druppel naar Dubai of welk ander land dan ook. Zoals ook van alle andere vage Dubai-plannen tot nu toe heel weinig terecht is gekomen.
“Het is al vaker gezegd: investeerders zijn niet gek en willen in duidelijke en heldere taal antwoord op alle vragen”
Manco regering-Santokhi/Brunswijk
Dat is het grootste manco van de regering-Santokhi/Brunswijk: men babbelt en belooft heel veel, maar doordat vrijwel nergens vooraf goed over is nagedacht (laat staan een noodzakelijk goed doorwrocht beleidsplan is opgesteld) leidt het allemaal nergens toe. Dat bleek ook vorige week weer eens, toen Santokhi en Ramdin in New York waren voor de jaarvergadering van de Verenigde Naties.
In de wandelgangen werd heel veel gebabbeld en vooral gebedeld. Het thuisfront werd overspoeld met allerlei berichten over (deels toevallige?) ontmoetingen met een enkele wereldleider en bazen van internationale organisaties. Maar wat leverden die op? Juist ja, helemaal niets.
Santokhi moet inmiddels wel door hebben dat de wereld niet op Suriname zit te wachten en zijn standaardverhaal dat het een carbonnegatief land is met een fantastische olietoekomst geen indruk (meer) maakt. Vooral niet omdat hij niet duidelijk weet te maken waar de investeringen precies voor worden aangewend en wat voor rendement ze uiteindelijk opleveren.
Het is al vaker gezegd: investeerders zijn niet gek en willen in duidelijke en heldere taal antwoord op alle vragen. Bij vaagheden haken ze al snel af. Zeker als ze na een beetje rondvragen en speuren op internet ook alle negatieve verhalen tegenkomen over corruptie en andere misstanden, waar de regering helemaal niets aan doet.
Religie
Het valt eigenlijk dus wel te begrijpen dat het staatshoofd na zijn bedeltoer in Amerika, het teleurstellende bezoek van de Nederlandse premier Mark Rutte (waar Santokhi met vrijwel lege handen achterbleef) en de onzekerheden over de steun van het Internationaal Monetair Fonds, in alle wanhoop zijn toevlucht zocht tot de gebedsdiensten van de Pinkstergemeente van de Wereldwijde Missionarische Beweging Suriname.
Dat is niet nieuw. Zo heeft hij de laatste maanden de nodige moskeeën en tal van christelijke gebedshuizen bezocht, waarschijnlijk in de hoop dat een religieus dreamteam wel kan klaarspelen wat zijn huidige team niet lukt. Maar politiek en religie gaan niet samen, zo is wereldwijd wel vaker gebleken. Om een land goed op te bouwen zijn er integere leiders nodig, geen hogere machten.
| de ware tijd | Door: Redactie